Van telefooncentrale tot IP-bellen; over toen, nu en de toekomst van de telecom
Het is het jaar 1988 als de PTT – het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie – wordt geprivatiseerd. In die periode staan verschillende andere partijen op die denken: wat de PTT op telecomgebied doet, dat kunnen wij ook. Onder hen is Pieter van Opbergen, een elektrotechnicus met een studie hoogfrequente technieken op zijn naam. En zijn vermoeden klopte. Niet voor niets werd hij in 2013 uitgeroepen tot Telecom Personality van het Jaar. Met zijn diverse ondernemingen is hij al jarenlang een grootmacht binnen ons vakgebied. Samen met hem bespreken we nu, 35 jaar na die allesbepalende omvorming van de PTT, de geschiedenis alsook de toekomst van de telecom.
Met zijn 67 jaar heeft hij het nog meegemaakt: de eerste vaste telefoon in de gang van zijn ouders. Een hangende versie aan de behangen muur. Naast het toestel de telefoonnummers van vriendjes en familie geplakt. In de jaren die volgden maakte hij de volledige ontwikkeling op het gebied van telecom mee. Hij werkt zich op van leerling-monteur in de elektrotechniek tot oprichter van zijn eigen telecomdistributiebedrijf en directeur-eigenaar van een gespecialiseerde speler in de uitrol van clouddienstverlening in de telecommunicatie. Op basis van zijn opgedane kennis stelt hij nu: hij gaat waarschijnlijk niet alleen de opkomst, maar ook de teloorgang van het ooit zo baanbrekende medium meemaken. “De tijd van vaste telefonie en 06-nummers loopt op z’n eind. De vraag is vooral wanneer. En welk communicatiemedium het dan overneemt.”
Van telefooncentrale tot internetbellen
Vraag je Van Opbergen naar zijn kijk op telecommunicatie, dan is hij duidelijk: telecom is techniek, is innovatie. “Die techniek bepaalt vervolgens wat er allemaal mogelijk is.” Dat begon ooit met handbediende telefooncentrales – in Nederland vanaf 1881– en later de automatische variant. In de jaren 20 van de vorige eeuw was daar opeens de kiesschijf met veer. Het systeem erachter kwam kortgezegd neer op de hoorn van de haak nemen, de kiesschijf naar een specifiek nummer draaien en ‘m loslaten. De op spanning gezette schrijf draaide dan automatisch terug. Kogeltjes in het mechanisme zorgden vervolgens voor korte onderbrekingen van contactjes onderweg. “Het aantal onderbrekingen correspondeerde met een cijfer. Op die manier bouwde je een heel telefoonnummer op.”
Dat zogenaamde ‘pulskiezen’ veranderde later in toonkiezen; elk getal van 0 tot 9 kwam met een combinatie van twee tonen overeen. Die technologie werd in 1991 definitief verruild. En wel voor ISDN; de inmiddels alweer verlaten digitale techniek waarmee je twee gesprekken op één lijn kon voeren. De laatste stand van zaken? Tegenwoordig is daar ook IP-telefonie. “Je telefoonnummer is eigenlijk een mailadres geworden Denk maar aan WhatsApp; kies je voor het telefoon-icoontje, dan lijkt het alsof je gaat bellen. Maar je account is gekoppeld aan een e-mail en je praat via je IP-adres. We willen niet bellen naar een e-mailadres, maar dat is dus wel wat we dan feitelijk doen. Ook bij bijvoorbeeld Messenger en Teams is dat het geval.”
Wat wordt de volgende stap?
De techniek voor ‘praten via een IP-adres’ is er dus al. Dat maakt dat bellen in de traditionele zin van het woord steeds minder wordt gedaan. “Toch sluiten velen van ons nog steeds hun communicatie-apps af om vervolgens hun telefoonkiezer te openen en een vast- of 06-nummer te kiezen. Eigenlijk raar natuurlijk. Want waarom scheiden we die twee zaken nog? Waarom bellen we niet via Outlook? Of WhatsApp? Of welke andere app dan ook?” Dat zal dan ook meteen de grootste ontwikkeling in de telecom worden de komende tijd, zo verwacht Van Opbergen. “Het kan niet anders dan dat die communicatie in de toekomst via andere communicatiemogelijkheden verloopt.” De exacte invulling daarvan? “Die weet ik nog niet. Maar het gaat snel in deze wereld. Het kan met bellen zomaar zover zijn.”
Dat er vraag is naar een volgende stap? Dat blijkt wel uit bijvoorbeeld zijn contact met onze zuiderburen, zo stelt de ondernemer. “Ik denk dat 70 procent van de Belgen mij al op FaceTime contact. Niet om me te zien, want ik kijk meestal tegen een plafond aan; de smartphone ligt het hele gesprek lang op een bureau. Het gaat puur om de audio. Dat ze niet traditioneel bellen, is waarschijnlijk puur een kostenkwestie. Maar deze communicatiemogelijkheid bestaat alweer een jaar of 10. Tijd voor iets nieuws dus. We zullen toemoeten naar een applicatie die vooral zakelijk goed stroomlijnt.” En de kans is groot dat die er komt, zo schat hij in. “Het telecomlandschap ziet er over 5 jaar waarschijnlijk al héél anders uit. Hebben we dan nog een vast of mobiel nummer nodig? Ik denk het niet. Ik vrees dat we op het gebied van bellen uitontwikkeld zijn.” Hij vermoedt vooral een verdere optimalisatie van de communicatiediensten en -media van dat moment. “Versie 1.0 dus vooral niet kopen dus, maar wachten tot het zich verder ontwikkeld heeft”, zo geeft hij aan.
Nieuwe invulling telecomvakgebied
Het werpt wel de vraag op wat er met de huidige mobiele telefoons gaat gebeuren. “Het heet een smartphone, maar dat is eigenlijk raar. We bellen er amper mee. En áls we dat wel doen, dan hoeft dat niet via de telefoonkiezer in het toestel. Je noemt een laptop bijvoorbeeld ook geen telefoon, maar je kunt er precies evenveel mee doen.” Van Opbergen is dan ook benieuwd hoe in de toekomst invulling gegeven gaat worden aan het device. Invulling is overigens ook een belangrijk thema voor telecomaanbieders, zo stelt de ondernemer. “Grote kans dat die met deze verandering een nieuwe weg moeten gaan bewandelen. Laat ik het zo zeggen: als deze situatie 20 jaar geleden aan de hand was geweest, dan was dat voor mij als ondernemer best een hoofdpijndossier geweest. Als je telecom weghaalt, is dat voor veel bedrijven gewoon funest.”
Dat het vandaag of morgen zomaar eens zover kan zijn, daar houdt Van Opbergen serieus rekening mee. “Al hoop ik eigenlijk dat het nog even duurt. Omdat er een prachtig, complex vakgebied achter het traditionele bellen schuilt. Met professionals die écht weten waar ze het over hebben. Het is een techniek waarin veel mis kan gaan, en waarover dus verregaande kennis nodig is om van betekenis te kunnen zijn. Het communicatieplatform vergroten, betekent dat je aan dat vak gaat zitten.” Dat we momenteel nog steeds bellen – zij het minder dan voorheen – doet hem positief gestemd vooruitkijken. “Andere technieken kwamen en gingen door de jaren heen. Neem bijvoorbeeld de radio, de cassetterecorder, de cd-speler, de discman; alles ging inmiddels alweer de prullenbak in. Maar bellen bleef. Dus dat geeft mij goede hoop dat deze vorm van communiceren voorlopig nog even standhoudt.”